Ieder jaar scheiden de ouders van zo’n 20.000 kinderen. De meeste van deze scheidingen verlopen gelukkig vreedzaam, hoewel ook dan soms problemen ontstaan voor kinderen, zoals concentratieproblemen, depressieve gevoelens of angstklachten. Na een scheiding gaan de ouders namelijk vaak op verschillende plekken wonen en dit levert bij veel kinderen stress en onzekerheid op. Dit komt voort uit het natuurlijke gevoel dat kinderen hebben om hun beide ouders tevreden te stellen.
Wat is ouderverstoting?
De kinderen krijgen na een echtscheiding de hoofdverblijfplaats bij één van de ouders. Dit kan puur iets administratiefs zijn, waarbij de kinderen bijvoorbeeld de ene week bij de ene ouder en de andere week bij de andere ouder wonen. Dit is dan van belang voor bijvoorbeeld de kinderbijslag of het kindgebonden budget. Maar het kan ook zo zijn dat de kinderen bij een van de ouders wonen, terwijl er een omgang- of zorgregeling is met de uitwonende ouder.
Kinderen zijn, vooral als ze nog jong zijn, erg beïnvloedbaar door hun omgeving en sterk afhankelijk van hun ouder(s). Wanneer een kind bij één ouder woont, is de kans groot dat het kind nóg afhankelijker wordt van die ouder. Wanneer de ouders in conflict zijn, kiest het kind als overlevingsstrategie voor een van de ouders en juist tégen de andere ouder. Dit kan versterkt worden als de ouder die bij het kind woont ook nog eens negatieve uitspraken doet over de uitwonende ouder. Dit kan bewust gebeuren, maar soms heeft die ouder het helemaal niet door.
De situatie kan zich in zo’n geval voordoen, dat het kind aangeeft geen contact meer te willen met de uitwonende ouder. Hierbij kan dan sprake zijn van ouderverstoting. Kenmerkend voor ouderverstoting is dat het kind zich regelmatig openlijk negatief uitlaat over de niet-verzorgende ouder. Belangrijk hierbij is dat deze gevoelens niet overeenkomen met de feitelijke ervaring met die ouder. De situatie waarin een kind geen contact meer wil met een ouder, nadat het kind is mishandeld door die ouder, valt dus niet onder ouderverstoting.
Kan ouderverstoting reden zijn voor een kinderbeschermingsmaatregel?
Ouderverstoting is een vorm van kindermishandeling en kan leiden tot het opleggen van een kinderbeschermingsmaatregel, zoals een ondertoezichtstelling. Het doel van zo’n ondertoezichtstelling is dan in de eerste plaats ervoor zorgen dat het kind niet langer bedreigd wordt in zijn/haar ontwikkeling. Dit gebeurt vaak door middel van herstel van het contact met de verstootte ouder. Uitgangspunt in Nederland is namelijk dat een kind twee ouders heeft en ook regelmatig contact heeft met beide ouders.
Een ondertoezichtstelling kan echter alleen worden opgelegd wanneer de ouders de noodzakelijke zorg niet of onvoldoende accepteren of niet in staat zijn deze zorg te geven. Wanneer een ouder bereid is het contact met de uitwonende ouder te onderhouden, maar er andere redenen zijn waardoor dit niet lukt, zal er geen sprake zijn van ouderverstoting en zal een ondertoezichtstelling niet snel worden opgelegd. De rechter zal dan kijken naar andere mogelijkheden om het contact te herstellen, zoals het aanpassen van de zorg- of omgangsregeling of het afdwingen hiervan door middel van dwangmiddelen.
Wat kun je zelf doen in zo’n situatie?
Kinderen hebben recht op omgang met beide ouders, maar ook de ouders hebben recht op contact met hun kinderen. Het verschil is dat ouders verplicht zijn tot omgang met kinderen en andersom niet, hoewel de rechter over het algemeen het in het belang van het kind acht om contact met beide ouders te bewerkstelligen.
Als kind kun je altijd een brief sturen aan de rechter met de vraag of je de uitwonende ouder bijvoorbeeld wat vaker mag zien. Een rechter is zeker niet verplicht dit toe te zeggen, maar kan wel met je in gesprek gaan over de situatie.
No Comments Yet