De relatie met je ouders
Als je in de puberteit komt, word je steeds zelfstandiger. Je gaat vaker met vrienden om en misschien merk je dat je minder met je ouders praat dan vroeger. Dat is heel normaal als je ouder wordt. Maar soms voel je ook afstand, en dat kan iets zeggen over hoe je gehecht bent.
Wat is hechting?
Hechting gaat over je relatie met anderen en of je hebt geleerd dat je mensen kunt vertrouwen. Wanneer je last hebt van hechtingsproblemen, vind je het moeilijker om echt contact te maken of contacten te onderhouden. Dit kan gaan om je ouders, maar ook om vrienden of zelfs onbekenden. Misschien houd je liever wat afstand, of leg je juist makkelijk contact maar voel je je niet echt verbonden. Vaak komt dat doordat je je niet helemaal op je gemak voelt bij anderen. Hechtingsproblemen kunnen bij iedereen voorkomen, maar welke vormen van hechting bestaan er en hoe herken je deze bij jezelf?
De vier hechtingsstijlen
Hechtingsstijlen ontstaan tijdens de vroege kindertijd en zijn onder te verdelen in de volgende vier stijlen:
- Veilig: Als je veilig gehecht bent, merk je dat je goed kunt vertrouwen op je ouders en de mensen om je heen. Als je ergens mee zit kun je ze opzoeken om dit te delen.
- Onveilig-vermijdend: Als je onveilig-vermijdend gehecht bent, heb je misschien niet veel warmte of aandacht gekregen van je ouders. Daardoor leer je om afstand te houden. Je doet alsof je geen behoefte hebt aan contact, ook al wil je dat eigenlijk wel.
- Onveilig-afwerend: Als je onveilig-afwerend gehecht bent, wil je graag veel aandacht van je ouders. Maar als je die aandacht niet krijgt, kun je boos of verdrietig reageren. Dit gebeurt vaak als je ouders niet altijd even duidelijk of aanwezig zijn. De ene keer zijn ze er voor je, de andere keer niet. Dat maakt het lastig om ze echt te vertrouwen.
- Gedesorganiseerd: Bij een gedesorganiseerde hechtingsstijl zoek je aan de ene kant graag contact met mensen, maar kun je ook afstand bewaren. Dit kan verwarrend zijn en je kunt je hierdoor gespannen voelen. Deze vorm van hechting ontstaat vaak als je ouder onvoorspelbaar is in hoe die met je omgaat. Soms is dit warm, soms juist niet. Ook kan het te maken hebben met nare ervaringen of trauma’s uit je jeugd.
Wat kan ik hiermee?
Misschien herken je je in een van deze hechtingsstijlen. Dat kan even confronterend zijn, maar zegt niet alles over hoe je bent. Het is normaal om in de puberteit zelfstandiger te worden en wat meer afstand te ervaren ten opzichte van je ouders, dat hoort bij opgroeien. Hechtingsstoornissen – een medische term – komen maar zelden voor. Als je je herkent in een bepaalde stijl, betekent dat dus zeker niet dat je een stoornis hebt. Je bent niet je stijl, en je hoeft je daar geen zorgen over te maken.
Hechtingsproblemen kunnen te maken hebben met je jeugd. Bijvoorbeeld doordat je ouders je minder aandacht gaven, omdat je bent opgegroeid in verschillende gezinnen of omdat je iets naars hebt meegemaakt. Als je je hierin herkent, kan het fijn zijn om er met iemand over te praten. Dit kan bijvoorbeeld met een ouder, vriend of vriendin, familielid of een vertrouwenspersoon op school.
Tot slot
Een onveilige hechting hoeft niet permanent te zijn. Je kunt leren om mensen meer te vertrouwen en nieuwe, veilige relaties op te bouwen. Wil je meer te weten komen over hechting? Op de website van het Nederlands Jeugdinstituut staat veel informatie over zowel hechting als wat je kunt doen als je hiermee worstelt.
No Comments Yet